Dit is een e-boek geschikte download. Ga voor de online versie naar: http://home.wanadoo.nl/sairam/index_files/sairam_files/artikels/sandweiss.htm
Voorbij de moleculen en atomen
zit God
De verandering in Indra Devi's leven
De geleerde kijkt naar de buitenkant
Monkey mind
Verhaal over de pilaar en het denken
Toespraak Sai Baba op Zijn 43e Verjaardag
Je bent de God van dit Universum
Waarom bang voor de dood?
Sai Baba is de Christus
Wie is Sai Baba?
Maatschappelijk leven en Sadhana
Voorbij de moleculen en atomen zit God.
Dr. Y.J. Roa was getuige van de
klaarblijkelijke omvorming van een massief stuk steen in iets volkomen anders
- met de daarmee verbonden spirituele les op de koop toe.
Op een dag, in Puttaparthi, pakte Baba
een ruw stuk gebroken graniet op en terwijl hij het aan dr. Rao overhandigde,
vroeg hij hem waaruit het bestond.
De geoloog noemde een paar van de
mineralen die erin zaten.
Baba: Die bedoel ik niet, iets diepers.
Dr. Rao: 'wel, eh, moleculen, atomen,
elektronen, protonen.. '
Baba: Nee, nee - nog dieper!
Dr Roa: 'ik weet het niet, Swami.'
Baba nam het stuk graniet uit de handen
van de geoloog en terwijl hij het tussen zijn vingers geklemd hield, blies hij
erop.
Dr. Rao zegt dat, hoewel hij het de hele
tijd kon zien, niettemin zijn onregelmatige vorm, toen Baba het teruggaf,
veranderd was in een beeldje van Lord Krishna, spelend op de fluit.
De verraste geoloog stelde ook een
verschil in kleur en een lichte verandering in de samenstelling van het
gesteente vast.
Baba: Zie je?
Voorbij jouw moleculen en atomen zit God
in die steen.
En God is zoetheid en vreugde.
Breek de voet ervan af en proef het.
Dr. Rao zegt dat hij geen enkel probleem
met het afbreken van de 'granieten' voet van het beeldje.
Toen hij het in zijn mond stopte,
ontdekte hij, naar eigen zeggen, dat het suikergoed was.
DR. Rao zegt dat hij uit dit voorval iets
heeft geleerd dat de woorden en de moderne wetenschap ver te boven gaat; ja
zelfs iets dat de grenzen van het rationele verstand van de huidige mens
overstijgt: 'de wetenschap heeft enkel het eerste woord; maar het laatste
woord is slechts de grote, spirituele geleerden als Sai Baba bekend.'
De verandering in Indra Devi's leven.
Zes jaar geleden veranderde Sai Baba mijn
leven, zo vertelde ze.
Hij is een meester en een leraar wiens
vermogens het menselijk voorstellingsvermogen verre te boven gaan.
Tot mijn groeiende ontzetting en ongeloof
begon ze een schijnbaar eindeloze lijst van zijn 'krachten' op te sommen.
Hij kon bijvoorbeeld dingen uit het niets
materialiseren.
Ze beschreef hoe ze getuige van talloze
van dergelijke materialisaties was geweest, terwijl ze me toonde hoe hij, door
zijn hand in cirkels te bewegen, vibhuti oftewel 'heilige as' produceerde, een
substantie waarvan geloofd wordt dat ze spirituele en genezende eigenschappen
bezit - voor de Hindoe van even grote waarde als het heilige water voor de
katholieken.
Ze demonstreerde hoe hij een metalen urn
gevuld met vibhuti zo 'uit de lucht' had genomen, enkel door met zijn
rechterhand een paar van deze horizontale cirkels, met de klok mee, te maken.
Baba had haar verteld dat de urn zichzelf
zou blijven vullen en nooit leeg zou raken.
En inderdaad had de urn in de loop van de
daaropvolgende paar jaar, hoewel ze erg veel van deze vibhuti had
weggeschonken en zij een aantal malen bijna leeg was geweest, zichzelf steeds
weer op de een of andere manier gevuld.
Deze gerespecteerde lerares (yoga) en
schrijfster ging daarop verder met het beschrijven van nog weer andere
bovenmenselijke eigenschappen, die ze Sai Baba toedichtte.
Er werd gezegd dat hij stortbuien had
doen ophouden, een regenboog voor de ogen van een twijfelende toeschouwer had
doen verschijnen, mensen beschermde door het menselijke gebeuren en de
krachten der natuur te beïnvloeden, devoties ogenblikkelijk uit gevaar redde
op grote afstand van hemzelf... en zelfs dat hij op zijn minst een persoon uit
de dood had opgewekt.
Na dit alles verbaasde het me niet haar
te horen zeggen dat Sai Baba verleden, heden en toekomst van een ieder die hem
ontmoette kende, dat hij zichzelf in andere vormen (niet menselijke incluis)
kon transformeren of dat hij op twee plaatsen tegelijk kon zijn.
Ondanks deze opeenhoping van
verbazingwekkende vermogens was Sai Baba's grootste wonder volgens Indra Devi
de waarachtigheid van zijn spirituele inzicht en zijn gave om mensen zich tot
God te laten wenden. Ze zei dat iemand die wenste te voelen hoe het geweest
moet zijn om Christus of Boeddha of Krishna te ervaren, naar Baba zou moeten
gaan, omdat hij hen allen belichaamt.
'Je wordt in zijn aanwezigheid in zo'n
hooggeladen aura van liefde gehuld, zo'n volkomen spirituele en heilige
atmosfeer, dat velen ter plekke worden getransformeerd.
En bijna iedereen die in zijn nabijheid
komt kan deze diep ontroerende atmosfeer voelen.'
Ze vertelde over haar eigen persoonlijke
ervaringen, zoals bijvoorbeeld over een foto die ze van Baba had genomen en in
de Verenigde Staten had laten ontwikkelen.
Iemand die haar fotoalbum doorbladerde,
zag die foto en vroeg: 'Mataji ('moeder': een aan Indra Devi gegeven naam die
van respect getuigt), waarom is deze met stof overdekt?'
Ze keek ernaar en was bijkans sprakeloos;
voor haar was dit 'stof' duidelijk 'vibhuti', dat zich 20.000 kilometers van
Sai Baba verwijderd op de foto materialiseerde. Ik heb hem ingelijst en de
vibhuti blijft verschijnen', zei ze eerbiedig.
De Geleerde kijkt naar de buitenkant.
De oosterse opvattingen en de spirituele
oefeningen die daaruit voortkomen vroegen om een grondig onderzoek.
Een vergelijking tussen het
psychoanalytische proces van vrije associaties en de praktijk van oosters
georiënteerde meditatie toont op concrete wijze de verschillen tussen de
oosterse en westerse houding ten opzichte van het denken en het zelf.
Het doel van alle twee de processen
schuilt in het realiseren van onze diepste innerlijke aard, en een centraal
element in elk van beide is het je bewust worden dat je een waarnemer en een
getuige bent - maar om uiteenlopende redenen.
Bij de vrije associatie plaats je je in
de positie van waarnemer als een middel tot doel, om gedachten en emoties gade
te slaan zodra ze in het bewustzijn opborrelen.
Aangenomen wordt dat deze gedachten en
gevoelens waardevol zijn omdat ze uiteindelijk de weg wijzen naar
onderliggende conflicten die, wanneer ze eenmaal gevonden zijn, opgelost
kunnen worden: dit is de reden dat je opgedragen wordt aandacht aan ze te
besteden en ze te volgen.
Bij meditatie daarentegen kan het streven
simpelweg toeschouwer van jezelf te worden doel in zichzelf zijn.
De ervaring van in volle aandacht in het
hier en nu gecentreerd of gefocust te zijn, kan niemand tot een diepere
ervaring van zijn ware aard brengen.
Meditatie wordt verondersteld ons voorbij
het denken te voeren, tot een punt waar we voorbijtrekkende gedachten en
gevoelens kunnen gadeslaan zonder ertoe verleid te worden aandacht aan hen te
besteden of ze te volgen.
Als het al de bedoeling is het denken te
gebruiken, dan dient het door de wil van de waarnemer erop gericht te worden
om een innerlijke spirituele ervaring tot stand te brengen, zoals die welke
een gevoel van ontzag voor de schepping oproept of een alomvattend gevoel van
liefde en vrede.
Dit kan worden bereikt door het in
gedachten herhalen van een van de vele namen van God, door licht proberen te
visualiseren, door je een vorm die je wilt aanbidden voor te stellen en door
een veelvoud van andere technieken.
Deze oefeningen dienen ertoe ons denken
tot rust te laten komen en zetten ons ertoe aan de goddelijke vonk te ervaren
die, naar men gelooft, de ware kern van onze identiteit vormt.
Door het contact met jezelf als
toeschouwer en met een aspect van het goddelijke te onderhouden, kun je
uiteindelijk een punt bereiken waar de aanschouwer en het aanschouwende, het
'ik' en het 'dat', in elkaar opgaan en een worden.
Op dit punt kan de diepe betekenis van de
grote oosterse spreuk Tat Twam Asi (Gij zijt Dat) eindelijk gerealiseerd
worden en treed je de vrede en kalmte binnen die ieder begrip tart.
Als iemand daarentegen vrij associeert op
een sofa van een psychoanalyticus en daarbij op een bepaald punt grote vrede
en rust ervaart, kan dit als verzet tegen de stroom van materiaal opgevat
worden en is het goed mogelijk dat het individu aangemoedigd wordt terug te
keren tot het volgen van zijn gedachten en gevoelens.
In de oosterse filosofie over het wezen
van de mens wordt er duidelijk onderscheid gemaakt tussen het 'ik' en het ware
'Zelf', een onderscheid waar de hedendaagse psychiater geen oog voor heeft.
In de oosterse literatuur over het
bewustzijn staat beschreven dat gedachten met een extreem hoge snelheid het
proces van begin, ontwikkeling en afloop doorlopen, alles in de orde van een
triljoenste van een seconde.
We zijn, zo wordt gezegd, door het
beoefenen van bepaalde geestelijke disciplines, zoals meditaties, in staat een
niveau van bewustzijn te bereiken waar we daadwerkelijk het ontstaan van een
gedachte kunnen gadeslaan.
Het is evident dat er een ruimte bestaat
tussen het einde van de ene gedachte en het begin van de volgende, waarin we,
wanneer we een voldoende vergevorderd of verhoogd niveau van bewustzijn hebben
bereikt, ons kunnen begeven - om daarna het denken te overstijgen. Deze staat
die samadhi wordt genoemd, wordt gekenschetst als een toestand van absolute
gelukzaligheid.
Baba heeft gezegd: de geleerde kijkt naar
de buitenkant - en zegt altijd: 'wat is dit?' (Dit wat door de zintuigen kan
worden waargenomen; bestaan in de wereld van emoties en het denken).
Maar de heilige kijkt altijd naar de
binnenkant en zijn vraag is:
'Wat is dat?' (Dat wat de zintuigen, de
emoties en het begrip van de rationele geest te boven gaat).
Het denken , zegt Sai Baba, is als een
gewaad, waarvan de draden worden gevormd door het verlangen.
Als we het verlangen opgeven, valt het
gewaad uit elkaar en openbaart zich onze ware natuur .
Het was het einde van een lange, zware dag,
een dag die een keerpunt in mijn leven zou blijken te zijn.
Ik had net een vrouwelijke patiënte
behandeld, die in grote nood verkeerde, en in de loop van het uur met haar had
ik, ondanks mijn pogingen mijn aandacht te concentreren op wat ze te zeggen
had, mezelf overspoeld voelen worden door een krachtige en bijzonder onwelkome
gewaarwording.
Ik wist niet precies hoe het was begonnen
dit keer, maar plotseling voelde ik mezelf inwendig worstelen op een manier
die me onderhand tamelijk vertrouwd was... terug in die vicieuze cirkel - daar
ging ik weer.
Het patroon was bekend; Ik had het in
vele van mijn patiënten geobserveerd en het in mezelf zien ontwikkelen, was er
zelf me geconfronteerd tijdens mijn eigen behandeling toen ik nog in training
was.
Maar het was een ding het te herkennen,
mezelf uit een dergelijk conflict te redden was heel iets anders.
Hoe was het gekomen dat ik me nu zo moe
en leeggezogen voelde?
Had mijn patiënte op de een of andere
manier haar verwarring en ellende op mij overdragen?
Had haar schreeuw om hulp en mijn gevoel
van hulpeloosheid veroorzaakt?
Ik wist het eenvoudigweg niet.
Ik voelde me erg versnipperd en verward
na dat uur.
Ik had een hekel aan het gevoel mezelf
niet onder controle te hebben, aan het gevoel verloren te zijn, wat zich als
een soort verlamming door mijn ledematen verspreidde.
Ik worstelde om me weer sterk en krachtig
te voelen.
Dit is de aard van de dualiteit.
Wanneer ik het ene gevoel kwijt wil en
het door een ander wil vervangen, wanneer ik een object boven het andere
verkies, dan is strijd het natuurlijke gevolg.
Als ik pijn als even waardevol als genot
kan aanvaarden en droefheid als even waardevol als vreugde, zwakheid als even
waardevol als kracht, dan is er geen worsteling.
Maar wanneer ik begin te verlangen en te
willen, volgt onherroepelijk de strijd.
Hoe te stoppen?
Aan het eind van het uur met de vrouw was
ik gevangen en wist ik dat ik er niet op eigen kracht uit kon komen.
Wat een hulpeloos gevoel, alsof ik
volledig vernietigd was van binnen - mezelf kastijdend omdat ik de controle
kwijt ben, wanhopig proberend eruit te komen... uit mezelf, uit het dilemma
van zelfonderzoek en worstelen met mezelf: een maalstroom van afgezaagde, gek
makende en zichzelf herhalende gewaarwordingen, gedachten en emoties.
Terwijl ik dit spel met mezelf speelde,
zonk ik dieper in gevoelens van wanhoop, verwarring, frustratie en
zinloosheid.
Ik hoefde niet te denken aan slapen die
nacht.
'Bestaat er een andere manier om in deze
wereld te zijn?', Schreeuwde ik geluidloos de kamer in.
'Is er een plaats binnenin waar vrede en
rust heersen?'
Hoe harder ik hierover nadacht met mijn
verstand, hoe meer ik in de war raakte; en hoe meer ik in de war raakte, hoe
meer ik streed om de verwarring door en gevoel van kracht te vervangen.
Hoe meer ik sterk probeerde te zijn, hoe
groter mijn gevoel van zwakte werd; en hoe meer ik worstelde, des te groter
werd mijn uitputting.
Uiteindelijk in mijn wanhoop, deed ik
iets dat tamelijk ongewoon was voor mij: ik moest aan mijn denken zien te
ontsnappen.
Mijn geheugen aftastend naar de dingen
die ik gelezen of gehoord zou kunnen hebben over andere manieren van zijn in
de wereld, herinnerde ik me een boek getiteld Trough an Eastern Window,
geschreven door Jack Huber, een psycholoog.
Hij had in het Oosten ervaring opgedaan
met meditatie, en zijn boek beschreef meditatietechnieken die hem in een
andere staat van bewustzijn hadden getild.
De techniek die mij als de meest
interessante had getroffen was er een die zich op de ademhaling richtte.
In mijn wanhoop en in de erkenning dat,
als ik ooit wilde ontsnappen aan de maalstroom die mijn voortrazende mentale
activiteit had gecreëerd, ik iets moest doen dat me voorbij de grenzen van
mijn denken zou voeren, begon ik me te concentreren op mijn ademhaling en
hield mijn aandacht daarop gericht en op niets anders.
Dit deed ik anderhalve dag lang.
Hoewel ik nog steeds in verbinding stond
met wat een bijna zelfbeklagend gevoel van lijden was geworden, was mijn
concentratie voornamelijk op het ademhalingsproces gericht.
Nu zou je kunnen denken dat het tamelijk
gemakkelijk is om je op je ademhaling te concentreren.
Maar om voldoende controle over het
denken te hebben om de aandacht voor langere tijd op een punt te focussen en
gericht te houden, bleek behoorlijk moeilijk te zijn - in het bijzonder als
het denken gevangen zit in een desperaat en hulploos gevoel van conflict.
Om de dwaze ingenomenheid van het
verstand met dit lijden te doen afnemen, zodat het vrij en vloeiend genoeg kon
worden om het op de ademhaling te fixeren, was een strijd die uren in beslag
nam voordat ik me enigszins goed op dit proces afgestemd begon te voelen.
Aanvankelijk kon ik mijn aandacht er maar enkele seconden bij houden voordat
het denken naar mijn worsteling werd getrokken; daarna lukte het me steeds
langere periodes maar altijd werden mijn gedachten aan het einde op een of
andere vreemde, krachtige manier teruggetrokken naar de worsteling.
Verscheurd tussen de twee brandpunten van
worsteling en ademhaling, kreeg ik het gevoel dat de oefening zinloos was,
maar ik had geen andere keuze dan doorgaan, in de hoop dat er iets boven mijn
niveau van bewustzijn gebeurde, iets dat me uit deze val zou bevrijden.
Toen gebeurde er iets anders.
Ik deed iets dat ik sinds mijn
kinderjaren niet meer had gedaan en wat nu heel ongewoon en vreemd aanvoelde.
Ik begon te bidden.
Op dit punt was ik bereid bijna alles te
doen om te ontsnappen aan de greep van mijn denken.
'Oh God, als er ook maar een manier
bestaat om anders te zijn dan zoals ik nu ben', zo smeekte ik, 'help me dan
asjeblieft'.
Het gevolg was verbazingwekkend.
Binnen een paar seconden voelde ik iets
vrij worden binnenin me, alsof een gewicht plotseling weggenomen was.
Golven van energie, die zich uitbreidden
en weer inkrompen, begonnen door mijn lichaam te pulseren.
Ik voelde me zeer vloeibaar.
Wat een vreemde ervaring!
Wat had dit te maken met mijn anderhalve
dag van meditatie en de korte periode van gebed?
Het conflict dat een seconde ervoor nog
zo intens was geweest, was volkomen verdwenen; ik had er eenvoudig geen
belangstelling meer voor, terwijl ik me door een heerlijke, vredige rust
omgeven voelde.
Wat was dit in vredesnaam voor toestand
waarin ik me bevond?
Ik had geen enkele planmatige of
intellectuele oplossing bereikt, maar het gevoel van vrede, welbehagen en
energie in mijn lichaam was wonderbaarlijk.
Pas naderhand begon ik te begrijpen wat
dit allemaal betekende.
Het verstand is een machtig instrument
dat onder controle gebracht moet worden.
Als het ons controleert, zijn we
verloren.
Wanneer het verstand zich inlaat met
gewaarwordingen, emoties en verlangens, zijn we gevangen.
Mijn verstand had zich in strijd
gewikkeld vanuit het verlangen sterk te zijn en om een gevoel van verwarring
te ontvluchten.
Wanneer ik in staat was het brandpunt van
mijn mentale energie weg te trekken van deze worsteling en me los te maken van
het hele probleem, voelde ik grote opluchting en een opborrelen van vrede en
energie.
Sai Baba heeft gezegd dat de geest zelf
niet een hoeft te worden met de fysieke zintuigen of de emoties, dat zij zelf
zintuigen ter beschikking heeft waarom zij zich zou moeten bekommeren, en wel
bewustzijn, vrede, waarheid, liefde en gelukzaligheid.
Zolang de geest er een sterk verlangen
naar God is, trekken negatieve gedachten, al komen ze op, gewoon door het
denken heen en worden er niet door vastgehouden.
Baba heeft gezegd:
De gewoonte van het denken is een heel
oude; zelfs wanneer zij verbroken wordt, zal het nog enige tijd doorgaan.
De ventilator draait nog enige tijd door,
nietwaar, zelfs nadat de stroom uitgeschakeld is?
De beste methode is het denken te trainen
om zich op een spiritueel doel te concentreren: op perfectie, op God, op Rama.
Verhaal over de Pilaar en het Denken.
Hij vertelt het verhaal van een arm man die
overmand was door vele slaafse, dienstverlenende taken, waardoor hij zich
gebonden en gevangen voelde.
Op zekere dag ontmoette hij een wijze,
die hem vroeg waarnaar hij het meest verlangde, en hij smeekte om een knecht
die hem zou kunnen helpen.
De wijze zei dat zijn wens in vervulling
zou gaan, maar er was een voetangel en wel de volgende: de knecht zou werken
en productief zijn zolang als de man hem werk kon bezorgen; maar mocht hij
zonder werk komen te zitten en niets te doen hebben, dan zou hij zich tegen de
man keren en hem vermoorden.
De man voelde zich echter veilig, omdat
hij wist dat er genoeg werk was om een knecht voor een behoorlijke tijd bezig
te houden.
Kort daarop kwam er inderdaad een man bij
zijn huis die er in toestemde voor hem te werken.
In het begin kon de man zijn nieuwe
knecht ononderbroken aan werk helpen, maar al snel - en heel wat eerder dan
hij verwacht had - was al het werk gedaan en stond de knecht op het punt
zonder werk te komen.
De man raakte in paniek en spoedde zich
terug naar de wijze. 'Wat moet ik doen?', Zo klaagde hij.
De wijze antwoordde: 'er is een oplossing
voor je probleem.
Wanneer je knecht al zijn werk af heeft,
laat hem dan een pilaar voor je huis bouwen; wanneer hij die af heeft, laat
hem dan aan een stuk door de pilaar op en af klimmen.
Op die manier kun je hem voor altijd
bezighouden.'
Natuurlijk staat de knecht in dit verhaal
voor het denken.
Wanneer het langs de juiste weg wordt
gedirigeerd, kan het een machtig instrument zijn.
Maar wanneer het niets te doen heeft en
zonder richting en controle gelaten wordt, kan het zeer gevaarlijk worden.
De pilaar uit het verhaal is een symbool
voor God.
Door ons denken constant op God te
richten zal het getemd en onder controle gebracht worden.
Toespraak Sai Baba op Zijn 43e Verjaardag.
Om de deugdzaamheid te beschermen, om de
boosaardigen te vernietigen en om de rechtvaardigheid op een stevig fundament
te vestigen, incarneer ik in ieder tijdperk.
Steeds wanneer ashanti (disharmonie) de
wereld overwoekert, zal de Heer in menselijke gedaante verschijnen om de
methoden ter verkrijgen van prashanti (vrede) te verbreiden en de menselijke
samenleving te heropvoeden in de wegen naar vrede.
In deze huidige tijd hebben strijd en
oneindigheid het gezin, de school, de gemeenschap, de godsdiensten, de steden
en de staat beroofd van vrede en eenheid.
Op de komst van de Heer is ook vol
verlangen gewacht door heiligen en wijzen.
Sadhu's (geestelijke aspiranten) hebben
gebeden en ik ben gekomen. Mijn belangrijkste taken zijn het koesteren van de
Veda's en het koesteren van de devoties.
Jullie deugd, jullie zelfbeheersing,
jullie onthechting, jullie vertrouwen en jullie standvastigheid: deze zijn de
kenmerken waardoor andere mensen van mijn glorie lezen.
Jullie kunnen er pas dan aanspraak op
maken een devotie te zijn wanneer jullie jezelf volledig en totaal aan mij
hebben toevertrouwd, zonder een spoor van zelfzucht.
Jullie kunnen de gelukzaligheid genieten
door de ervaring die de Avatar schenkt.
De Avatar gedraagt zich op een menselijke
manier zodat de mensheid verwantschap kan voelen, maar hij stijgt tot zijn
bovenmenselijke hoogten zodat de mensheid kan streven naar het bereiken van
diezelfde hoogten, om door die aspiratie hem daadwerkelijk te bereiken.
Je realiseren dat de Heer in je de
motivator is, is de taak waarvoor hij in menselijke gedaante verschijnt.
Avatars als Rama en Krishna moesten een
of meer individuen doden die herkend konden worden als vijanden van de
dharmische (rechtschapen) levenswijze, om daardoor de naleving van de
deugdzaamheid te herstellen.
Maar nu, in deze tijd, bestaat er niemand
die volledig goed is, dus wie verdient de bescherming van God?
Iedereen is bedoezeld met slechtheid; wie
zal het dan overleven wanneer de Avatar voor vernietiging zou kiezen?
Daarom ben ik gekomen om de buddhi, de
intelligentie, te corrigeren, op verschillende manieren.
Ik moet raad geven, helpen, bevelen,
veroordelen en bijstaan als vriend en begunstiger van allen, zodat ze kwade
neigingen opgeven en wanneer ze het juiste pad herkennen, zij het ook begaan
en het doel bereiken.
Ik moet aan de mensheid de waarde van de
Veda's en de Shastra's en andere spirituele teksten openbaren, die de normen
vastleggen.
Wanneer je mij accepteert en 'Ja' zegt,
reageer ik ook en zeg: 'Ja, ja, ja.'
Wanneer je mij verloochent en 'nee' zegt,
komt van mij als echo ook: 'Nee'.
Kom, onderzoek, ervaar en heb vertrouwen.
Dat is de methode om mij te benutten.
In geen van mijn redevoeringen noem ik
Sai Baba maar ik draag de naam als Avatar Sai Baba.
Ik heb geen enkele waardering voor het
onderscheid tussen de verschillende verschijningsvormen van God: Sai, Rama,
Krishna, enz.
Ik verklaar niet dat de een van groter
belang is of dat de ander minder belangrijk is.
Ga door met de jou gekozen Godsvorm,
langs de wegen die jou reeds vertrouwd zijn, dan zul je ontdekken dat je
steeds tot mij komt.
Want alle namen zijn de mijne en alle
vormen zijn de mijne.
Er bestaat geen noodzaak je gekozen God
in te wisselen en een nieuwe aan te nemen, wanneer je mij gezien en gehoord
hebt.
Iedere stap in de loopbaan van de Avatar
is vooraf bepaald.
Rama kwam om de wortels van sathya
(waarheid) en dharma (rechtschapenheid) te voeden.
Krishna kwam om shanti (vrede) en prema
(liefde) te koesteren.
Nu in deze tijd, dreigen alle vier
opgedroogd te raken.
Dat is de reden dat de huidige Avatar is
gekomen.
De dharma (rechtschapenheid) die de
wouden in is gevlucht, moet weer teruggevoerd worden naar de dorpen en de
steden.
De anti-dharma (verdorvenheid) die dorpen
en steden ruïneert, moet er de jungle ingedreven worden.
Ik ben gekomen om jullie de sleutel tot
de schat van ananda of gelukzaligheid te schenken, om jullie te leren hoe je
die bron moet aanboren, want jullie zijn de weg naar gezegenheid kwijtgeraakt.
Als je de gelegenheid om jezelf te redden
niet aangrijpt, is het slechts je noodlot.
Jullie zijn gekomen om van mij klatergoud
en rommel te verkrijgen, de onbeduidend kleine genezingen en promoties,
wereldlijke vreugden en gemakken.
Heel weinigen van jullie verlangen van
mij datgene wat Ik jullie ben komen schenken: namelijk, verlossing zelf.
Zelfs onder deze weinigen zijn degenen
die het pad van sadhana (geestelijke oefening) blijven volgen en uiteindelijk
slagen niet meer dan een handvol.
Jullie wereldse intelligentie kan de
wegen van God niet doorgronden. Hij kan niet herkend worden door louter
intellectuele handigheid.
Je kunt baat vinden bij God, maar je kunt
Hem niet verklaren.
Jullie verklaringen zijn enkel gissingen,
pogingen om je onwetendheid achter gewichtige uitdrukkingen te verbergen.
Breng iets in je dagelijks handelen tot
uitdrukking, als bewijs dat je het geheim van een hoger leven van mij hebt
leren kennen.
Toon dat je een grotere broederlijkheid
bezit.
Spreek met meer zachtheid en
zelfbeheersing.
Ik ben mij ten allen tijde bewust van de
toekomst en het verleden alsook het heden van een ieder van jullie, dan word
ik niet zozeer bewogen door barmhartigheid.
Aangezien ik het verleden, de
achtergrond, ken, is mijn reactie anders.
Het is de consequentie voor jou van het
kwaad dat je in een vorig leven hebt begaan, en dus laat ik toe dat je lijden
voortduurt, vaak echter verzacht door een of andere kleine compensatie.
Ik veroorzaak vreugde noch smart.
Jijzelf bent de ontwerper van deze twee
boeien die je geketend houden. Ik ben ananda swarupa (de belichaming van
gelukzaligheid).
Kom, ontvang ananda (gelukzaligheid) van
mij, overpeins die ananda en wees vol van shanti (vrede).
Mijn daden zijn de fundamenten waarop ik
mijn werk bouw, de taak waarvoor ik ben gekomen.
Al mijn wonderbaarlijke handelingen die
je waarneemt, dienen zo geïnterpreteerd te worden.
De basis van een stuwdam vereist een
verscheidenheid aan materialen. Zonder deze zal hij geen stand houden en niet
bij machte zijn het water tegen te houden.
Een incarnatie van de Heer moet op
verscheidene manieren benut worden door de mens, ten behoeve van diens
verheffing.
De Heer heeft niet de bedoeling voor
Zichzelf reclame te maken.
Ik heb geen publiciteit nodig, noch enige
andere Avatar van de Heer. Wat waag je in de publiciteit te brengen? Mij? Wat
weet je van mij af? Vandaag zeg je dit over mij en morgen dat.
Je geloof is nog niet onwankelbaar
geworden.
Je looft me wanneer alles goed gaat en
maakt mij verwijten wanneer het slecht gaat.
Wanneer je met publiciteit begint, daal
je af tot het peil van diegenen die wedijveren in het verkrijgen van overvloed
door anderen in diskrediet te brengen en zichzelf op te hemelen.
Daar waar geld wordt geteld, vergaard of
tentoongespreid met het doel iemands prestaties te demonstreren, zal ik niet
aanwezig zijn.
Ik kom enkel daar waar oprechtheid,
geloof en overgave op prijs worden gesteld.
Slechts inferieure geesten zwelgen in
publiciteit en zelfverheerlijking.
Deze dingen zijn in het geval van Avatars
van geen belang.
Avatars hebben geen reclame nodig.
Het vestigen van dharma
(rechtschapenheid): dat is mijn doel.
Het onderwijzen van dharma, het
verspreiden van dharma: dat is mijn streven.
De wonderen, zoals jullie ze noemen, zijn
slechts een middel tot dat doel.
Enkelen van jullie merken op dat
Ramakrishna Paramahansa (een Indiase heilige) gezegd heeft dat siddhi's
(bovennatuurlijke, yogische krachten) belemmeringen zijn op het pad van de
sadhaka (spirituele aspirant).
Inderdaad, siddhi's kunnen de sadhaka op
een dwaalspoor brengen. Zonder zich in deze krachten te verdiepen dient hij
voort te gaan. Zijn ego zal hem naar beneden sleuren wanneer hij aan de
verleiding toegeeft zijn door yoga verkregen krachten te demonstreren.
Dit is het juiste advies waaraan elke
aspirant gevolg zou moeten geven.
Maar de fout ligt in het gelijkstellen
van mij aan een sadhaka, zoals degene die Ramakrishna wilde helpen, begeleiden
en waarschuwen.
Deze siddhi's of yogische krachten vormen
juist een wezenlijk onderdeel van de natuur van de Avatar: het creëren van
dingen met de bedoeling te beschermen en vreugde te schenken is spontaan en
duurzaam.
Schepping, onderhoud en ontbinding kunnen
slechts door de Almachtige volbracht worden... en door niemand anders.
Cynici bedillen zonder kennis van zaken.
Als ze de Shastra's bestuderen of de
geschriften, of als ze directe ervaring cultiveren, dan pas kunnen ze me
begrijpen.
Je aangeboren luiheid weerhoudt je ervan
de spirituele oefeningen te doen die nodig zijn om de ware aard van God te
ontdekken.
Deze luiheid moet verdwijnen.
Zij dient uit 's mensens natuur verdreven
te worden, in welke vorm zij ook moge verschijnen.
Dat is mijn missie.
Mijn taak is niet enkel om te genezen en
te troosten en individuele misère te verwijderen, maar iets veel belangrijker.
Het verdrijven van ellende en smart is
een bijkomstigheid van mijn missie.
Mijn belangrijkste taak is het herstellen
van de Veda's en de Shaststra's en het openbaren van de kennis over hen aan
alle mensen. Deze taak zal volbracht worden.
Zij zal niet beperkt worden.
Zij zal niet vertraagd worden.
Wanneer de Heer beslist en het wil, kan
zijn goddelijke wil niet worden weerstaan.
Jullie zullen sommige mensen hebben horen
zeggen dat alles wat ik doe tovenarij is.
Maar de manifestatie van goddelijke macht
moet in termen van magie worden beoordeeld.
Tovenaars vertonen hun kunsten om in hun
onderhoud te voorzien, voor wereldse roem en rijkdom.
Zij zijn gegrondvest in valsheid en
gedijen door middel van bedrog, maar dit lichaam zou zich nooit kunnen
verlagen tot zulk een niveau. Dit lichaam is gekomen door het besluit van de
Heer om te verschijnen. Dat besluit is bedoeld om sathya (waarheid) te
schragen.
Een goddelijk besluit is altijd een
waarachtig besluit.
Onthoud dat er niets is dat goddelijke
macht niet tot stand kan brengen.
Zij kan aarde in lucht en lucht in aarde
omzetten.
Hieraan twijfelen bewijst dat je te zwak
bent om grootste dingen te bevatten, de grandeur van het universum.
Ik ben gekomen om allen in de essentie
van de Veda's te onderrichten, om op allen deze kostbare gift te doen neer
regenen, om Sanathana Dharma, de Eeuwige Wijsheid, te beschermen en te
behoeden.
Het is mijn missie om geluk te verbreiden
en dus sta ik altijd klaar om in jullie midden te komen; niet slechts eenmaal,
maar tweemaal, driemaal - zo vaak als je maar wenst.
Velen van jullie denken waarschijnlijk
dat, aangezien mensen uit alle delen van India - en zelfs uit andere landen
buiten India - naar Puttaparhti komen, zij zeker hun bijdragen overvloedig in
de geldkist van de Nilayam (Prasanthi Nilayam: de naam van Sai Baba's ashram)
storten.
Maar laat mij de waarheid vertellen.
Ik neem van niemand iets aan, behalve
liefde en devotie.
Mensen die hier komen, geven me enkel de
rijkdom van hun geloof, devotie en liefde.
Dat is alles.
Velen van jullie komen naar mij toe met
problemen over je gezondheid of geestelijke zorgen van een of andere aard.
Deze vormen niet meer dan lokmiddelen,
waarmee ik jullie hierheen gehaald heb.
Maar het belangrijkste doel is dat je
genade mocht verkrijgen en dat je je vertrouwen in het goddelijke sterkt.
Problemen en zorgen dienen eigenlijk
verwelkomd te worden, daar zij jullie de lessen van ootmoed en eerbied
bijbrengen.
Het najagen van uiterlijkheden
veroorzaakt al deze ontevredenheid.
Dat soort van verlangen kent geen einde.
Wanneer je eenmaal een slaaf van je
zintuigen bent geworden, zullen zij hun greep op je niet eerder verslappen dan
dat je dood bent.
Het is een niet te lessen dorst.
Maar ik roep je bij mij en schenk je
zelfs wereldse gunsten opdat je de weg naar God inslaat.
Geen Avatar heeft ooit eerder zo
gehandeld: zich onder de mensen te mengen, hen raad te geven, te begeleiden en
te troosten, hen op te monteren en ze de weg te wijzen langs de paden van
sathya, dharma, shanti en prema (waarheid, gerechtigheid, vrede en liefde.)
Mijn activiteiten en beweegredenen zal ik
nooit veranderen, welke mening wie dan ook daarover mag hebben of uiten.
Ik zal mijn plannen voor dharmasthapana
(de totstandbrenging van gerechtigheid) niet wijzigen.
Al sinds vele jaren houd ik aan dit
besluit vast en ik kwijt me van mijn taak waarvoor ik gekomen ben: het
inprenten van geloof in de weg van prashanti (de hoogste geestelijke vrede).
Ik zal niet stoppen, noch een stap
terugzetten.
Zelfs de grootste geleerde kan mij niet
begrijpen door middel van zijn laboratoriumkennis.
Ik ben altijd vervuld van gelukzaligheid.
Wat er ook gebeurt, niets kan in de weg
van mijn glimlach komen. Daarom ben ik in staat jullie vreugde te schenken en
je last te verlichten.
Ik jubel nooit wanneer ik opgehemeld
word; evenmin krimp ik ineen wanneer ik beschimpt word.
Slechts weinigen hebben mijn doel en mijn
betekenis ingezien, maar ik maak me geen zorgen daarom.
Wanneer dingen die niet in mij zijn aan
mij worden toegedicht, waarom zou ik me daarover zorgen maken?
Wanneer dingen die in mij zijn genoemd
worden, waarom zou ik daarover jubelen?
Voor mij is het altijd: 'Ja, ja, ja.'
Wanneer je alles opgeeft en je je aan de
Heer toevertrouwt, zal Hij over je waken en je begeleiden.
De Heer is juist voor deze taak gekomen.
Hij verklaart dat Hij aldus zal doen en
dat dit nu precies de taak is die Hem hierheen gebracht heeft.
Ik ken de agitaties van je hart en zijn
aspiraties, maar jullie kennen mijn hart niet.
Ik reageer op de pijn die je ondergaat en
op de vreugde die je voelt, want ik woon in je hart.
Ik ben de inwoner van de tempel van ieder
hart.
Verlies het contact en de nabijheid niet,
want het is enkel wanneer de kolen in contact zijn met de levende gloed, dat
ze ook gloeiende kolen worden.
Dan zal ook jij een deel van die opperste
liefde verwerven.
Dit is een grote kans.
Weest vol vertrouwen dat jullie allen
verlost zullen worden.
Weet dat je gered bent.
Velen aarzelen te geloven dat de
omstandigheden beter zullen worden, dat het leven voor allen gelukkig en vol
vreugde zal zijn en dat het gouden tijdperk zal terugkeren.
Laat mij jullie verzekeren dat dit
dharmaswarupa, dat dit goddelijke lichaam, niet tevergeefs is gekomen.
Het zal erin slagen de crisis die de
mensheid teistert, af te wenden.
Je bent de God van dit Universum.
Als lichaam, geest of ziel ben je een droom,
maar wat je werkelijk bent, is bestaan, kennis en gelukzaligheid.
Je bent de God van dit universum.
Je schept het hele universum en neemt het
weer terug.
Om de oneindige universele
individualiteit te verkrijgen, moet de ellendige, kleine geketende
individualiteit verdwijnen.
Bhakti is geen huilen of de een of andere
toestand; het is het zien van alles in alles wat we zien.
Het is het hart dat het doel bereikt;
volg het hart.
Een zuiver hart zoekt verder dan het
verstand; het raakt geïnspireerd. Alles wat we doen, werkt op ons terug; als
we goed doen, zullen we gelukkig zijn en als we kwaad doen ongelukkig.
Binnen in je is het werkelijk geluk,
binnen in je is de machtige oceaan van goddelijke nectar.
Zoek het in jezelf, voel het, het is er,
Het Zelf; het is niet het lichaam, de geest, het verstand of de hersens; het
is niet het verlangen of degene die verlangt, noch is het het voorwerp van
verlangen.
Boven dit alles, ben jij.
Al deze dingen zijn alleen maar
manifestaties.
Jij verschijnt als de glimlachende bloem,
als de twinkelende sterren. Wat is er in de wereld dat kan maken dat je iets
verlangt?
De dood wordt beschouwd als iets om bang voor
te zijn, als iets waarover in gelukkige omstandigheden niet gesproken dient te
worden. De dood is echter goed noch slecht.
Je hebt in deze aangelegenheid geen keus:
zij komt niet eerder enkel omdat je dat zou verwelkomen, noch kun je haar
vermijden door haar als slecht te bestempelen; zij vormt een onvermijdelijk
eindpunt.
Vanaf het moment van de geboorte is de
mars naar het graf al begonnen. De een bereikt die plaats eerder dan de ander;
sommigen nemen een omweg en komen later aan; dat is het enige verschil tussen
de ene mens en de andere.
Maar toch loopt de mens rond alsof de
dood slechts een verwijderde ramp is.
De dood is slechts een overgang van dit
leven naar het volgende.
Zij is een verwisseling van oude kleren
voor nieuwe, zoals de Gita zegt.
Sommige cynische mensen lachen echter om
deze vergelijking en vragen: 'hoe zit het dan met de dood van pasgeboren
baby's, kinderen, jongeren en mensen van middelbare leeftijd?
Als je de vergelijking doortrekt kun je
niet zeggen dat hun kleren versleten zijn!'
Wel, de kleren zijn misschien niet oud,
maar de stof waar ze van gemaakt zijn, moet wel van een erg oude voorraad zijn
geweest. Alhoewel er nieuwe kleren van zijn gemaakt, moeten ze toch spoedig
afgedankt worden.
Ook zijn er sommige onoprechte mensen die
weigeren in een vorig leven te geloven omdat ze zich daarvan de gebeurtenissen
niet kunnen herinneren.
Deze kunnen zich net zomin de
gebeurtenissen van een bepaalde magha shuddha dashami (de tiende dag van een
speciale maand) van laten we zeggen vijf of tien jaar geleden herinneren,
hoewel ze er zeker van zijn dat ze op die dag in leven waren.
Hoe kunnen zij dan gebeurtenissen uit
vorige levens onthouden zich die herinneren?
Dat ze de gebeurtenissen van die dag
vergeten zijn, wil niet zeggen dat ze toen niet leefden; Het geen betekent
enkel dat ze er niet speciaal op hebben gelet en dat ze geen speciale reden
hadden er iets van in herinnering te houden.
Bedenk dat je dood gaat.
Het lichaam is als een auto waarmee je op
de dood afrijdt.
Gedurende rit kun je op ieder moment de
dood ontmoeten.
De een of andere boom, een vrachtauto,
een diepe valkuil of gladde weg kan daarvoor zorg dragen.
Wanneer je bedenkt dat elk moment het
laatste kan zijn, zul je er niet toe worden verleid om je tijd te verspillen
met doelloos gepraat of onnutte bezigheden, baldadigheid of vulgair vermaak.
Reis voorzichtig en langzaam in je auto
en met de verschuldigde achting en consideratie voor de noden van de andere
weggebruikers. Probeer niet gretig anderen in te halen of met hen in snelheid
te wedijveren.
Ken de beperkingen van je wagen en van de
weg.
Dan zal je geen enkel ongeluk overkomen.
Je reis zal dan een gelukkige ervaring
voor jezelf en voor de rest van de mensen zijn.
Als iemand tijdens een pelgrimstocht naar
Kahi of Badrinatk door de dood wordt weggerukt, troost je jezelf ermee dat hij
op een benijdenswaardige manier aan zijn eind is gekomen.
Maar wanneer je zelfs maar een lichte
hoofdpijn krijgt in Puttaparthi, geef je mij de schuld.
Volgens jou zou iemand die deze plaats
eenmaal heeft betreden niet meer mogen sterven; als dat toch gebeurt, ga je
twijfelen en slinkt je geloof.
Maar er kan geen ooglid worden geopend of
gesloten zonder Gods wil. Tracht dus Gods genade te verkrijgen en laat alle
vragen door Hem beantwoord worden, en op Zijn manier.
Als je eenmaal de naam van God, die de
heerlijkheid zelve is, hebt aanvaart, zal dat alle heerlijkheid, alle zoetheid
die latent in je aanwezig is, wakker schudden.
Als je die vreugde hebt geproefd, kun je
nooit meer voor een ogenblik buiten dat voedsel.
Het wordt even essentieel als zuurstof
voor de longen.
Als je sommige Purana-vertellingen
(verhalen uit de oude geschriften) beluistert, zou je kunnen zeggen dat het
meer dan genoeg is om je de naam van God op het allerlaatste moment van je
leven te herinneren. Het is echter een moeilijke opgave om je die naam op het
laatst weer in gedachten te brengen als je die niet al jarenlang hebt
beoefend.
In de golven van emoties en gedachten die
je op dat laatste moment zullen overspoelen, zal de naam van God in het niet
zinken, tenzij je van nu af aan leert om die naam, wanneer je dat maar wilt,
naar de toppen van je bewustzijn te brengen.
Er was eens een winkelier die door het
verhaal van Ajamila werd geïnspireerd.
Hij besloot dat hij zich de naam van God
bij zijn laatste ademtocht zou herinneren en om daar zeker van te zijn, had
hij een slimmigheid bedacht.
Hij noemde zijn zes zonen naar
verschillende goden, omdat hij wist dat hij op zijn minst een van hen tot zich
zou roepen als hij op sterven lag.
Uiteindelijk was het dan zover en, geheel
naar plan, riep hij Gods naam, uit volle macht, zes keer in totaal.
De jongens kwamen en stonden rond zijn
sterfbed, en terwijl hij de groep rondkeek, was de laatste gedachte die in de
geest van de stervende opkwam, vlak voor hij zijn laatste adem uitblies: 'Ach
jullie zijn allemaal weggegaan; wie moet er nu op de winkel letten?'
Zie je, zijn winkel was zijn lust en
leven geweest, en hij kon niet zomaar zo kort van tevoren op God
overschakelen.
Je verborgen neigingen zullen zich doen
gelden, ongeacht wat je wenst.
Het is geen geringe prestatie om bij je
laatste ademtocht de naam van de Heer op de lippen te hebben.
Daar is vele jaren van oefenen voor
nodig, gebaseerd op een diepgeworteld geloof en op een standvastig karakter
zonder haat of boosaardigheid.
De gedachte aan God kan niet in leven
blijven in een klimaat van ijdelheid en hebzucht.
En bovendien, hoe kun je weten wat je
laatste moment is?
De God des doods geeft geen bericht
vooraf wanneer hij je komt halen. Hij is er niet als fotograaf die zegt: 'ik
druk nu af, bent u klaar?'
Als je wilt dat je portret aan de muren
van de hemel komt te hangen, dient het aantrekkelijk te zijn: je houding, je
pose en je glimlach moeten allemaal beschaafd en aangenaam zijn, nietwaar?
Wees dus dag en nacht voorbereid op de
'klik', met de naam altijd op je lippen en Zijn glorie altijd stralend voor
ogen.
Dan zal je foto, wanneer die ook
'geschoten' wordt, altijd goed zijn.
De in mijn ogen meest onthullende gebeurtenis
van allemaal wat betreft Baba's relatie tot Christus vond plaats op Eerste
Kerstdag 1972.
Hij vertelde een groep mensen: Christus
zei: 'Hij die Mij heeft gezonden zal wederkeren'.
Tot mijn stomme verbazing zei hij dat
hijzelf degene is op wie Christus toentertijd zinspeelde.
En het verhaal gaat dat er een ster aan
de hemel was die viel met een nieuw licht, en dit leidde een paar Tibetanen en
anderen naar de plek waar de Heiland geboren werd.
Dit verhaal wordt door de mensheid
gelezen en op goed geloof aangenomen, hoewel sterren nooit zo plotseling
vallen of zelfs maar omlaag glijden.
Wat het verhaal aanduidt is het volgende:
er was een enorm grote aura vol werd geboren deed oplichten.
Dit betekent dat Hij die voorbestemd was
om de duisternis van het kwaad en de onwetendheid te overwinnen ter wereld was
gekomen, dat Hij het licht der liefde in de harten der mensen en in de raden
der mensheid zou verspreiden.
Verschijningen van luister of van andere
tekenen die een nieuw tijdperk voorafschaduwen zijn normaal wanneer
Godincarnaties op aarde komen.
De aura van licht was een teken dat de
duisternis vernietigd zou worden.
Een meester arriveert in antwoord op 's
mensens gebed: leid ons van duisternis naar het licht.
Er is een punt dat ik vandaag onder
jullie speciale aandacht wil brengen.
Op het tijdstip dat Jezus op het punt
stond om in het opperste beginsel van goddelijkheid op te gaan, deelde hij
zijn volgelingen iets mee, wat op alle mogelijke manieren door commentaren en
diegenen die behagen scheppen in het stapelen van geschrift op geschrift en
betekenis is geïnterpreteerd, totdat het allemaal een grote warboel werd.
Met de verklaring zelve is zo geknoeid en
zo gedraaid dat zij een compleet raadsel is geworden.
De verklaring is eenvoudig:
'Hij die mij onder u heeft gezonden, zal
wederkeren', en hij wees naar een lam.
Het lam is niet meer dan een symbool, een
teken.
Het staat voor het geluid: 'Ba-Ba'; de
uitspraak gold de komst van Baba.
'Zijn naam zal Waarheid heten' -
verklaarde Christus, 'Sathya' betekent waarheid.
'Hij draagt een rood gewaad, een
bloedrood gewaad' (Hier wees Baba op het gewaad dat hij droeg).
'Hij zal klein van gestalte zijn, met een
kroon (van haar)'.
Het lam is het teken en symbool van
liefde.
Christus verklaarde niet dat hij terug
zou komen; hij zei:
'Hij die mij gezonden heeft zal
wederkomen'.
Die 'Ba-Ba' is deze Baba.
God is ondoorgrondelijk.
In de uiterlijke objectieve wereld kan
Hij niet worden verwerkelijkt; hij zetelt in het hart van elk schepsel.
Edelstenen zweven niet in de lucht; zij
moeten diep onder de grond gezocht worden.
Zoek God in het diepst van jezelf, niet
in de natuur die je slechts een bedrieglijk fraai beeld laat zien.
Hoogstaand is dit doel waarvoor het
lichaam je gegeven is; maar je misbruikt het nu, net als de mens die zijn
dagelijkse kost in een met juwelen bezette gouden vaas kookte, die hij had
geërfd.
De mens verheerlijkt God als
alomtegenwoordig, alwetend, en almachtig, maar hij negeert Zijn aanwezigheid
in zichzelf!
Natuurlijk: velen wagen het de
eigenschappen van God te beschrijven en te verkondigen dat Hij 'zo en zo' is;
maar dat zijn slechts hun eigen gissingen en de weerspiegelingen van hun eigen
voorkeuren en voorliefdes.
Wie kan bewijzen dat God zus of zo is?
Wie kan bewijzen dat God niet deze vorm
of die eigenschap bezit?
Een ieder kan uit de enorme
uitgestrektheid van de oceaan slechts zoveel water halen als de emmer die hij
mee naar het strand heeft genomen kan bevatten.
Uit die hoeveelheid kan hij slechts een
zeer beperkt begrip van de onmetelijkheid winnen.
Elke religie definieert God binnen de
begrenzingen die zij afbakent en maakt er dan aanspraak op Hem begrepen te
hebben.
Net als de zeven blinden, die over een
olifant spraken als een pilaar, een ventilator, een touw of een muur, omdat
zij slechts met een deel in aanraking waren gekomen en niet het hele dier
konden omvatten, spreken de godsdiensten ook maar over een deel maar beweren
niettemin dat hun visie volledig en totaal is.
Iedere religie vergeet dat God alle
vormen en alle namen is, alle eigenschappen en alle verklaringen.
De religie van de mensheid vormt de som
en inhoud van al deze deelgeloven; want er is maar een godsdienst en dat is de
godsdienst van de liefde.
De verschillende lichaamsdelen van de
olifant die de blinde zoekers naar zijn waarheid gescheiden en afzonderlijk
toeschenen, werden alle in stand gehouden en geactiveerd door een en dezelfde
bloedsomloop; de verschillende godsdiensten en geloven, die zich als
afgescheiden en geheel op zichzelf staand beschouwen, worden alle in stand
gehouden door een enkele stroom van liefde.
Het oog kan de waarheid niet zien.
Het geeft slechts valse en schrale
informatie.
Zo zijn er bijvoorbeeld velen die mijn
handelingen gadeslaan en dan gaan verklaren dat mijn aard zus of zo is.
Zij zijn onmachtig de heiligheid, de
majesteit en de eeuwige realiteit die ik ben te peilen.
De macht van Sai is onbegrensd; zij
manifesteert zich eeuwig en altijd.
In deze Sai palm zetel alle vormen van
'macht'.
Maar ook degenen die verklaren dat ze mij
hebben begrepen - de geleerden, de yogi's, de pundits (schriftgeleerden), de
jnani's (zij die spirituele kennis bezitten) - zij allen zijn zich enkel van
de minst belangrijke, de terloopse uiterlijke manifestatie van een oneindig
klein deel van die macht bewust, namelijk, de 'wonderen'.
Zij hebben niet verlangd in contact te
treden met de bron van alle macht aan alle wijsheid, die hier in Brindavan
beschikbaar is.
Zij zijn tevreden als ze zich kunnen
verzekeren van een gelegenheid om hun boekenwijsheid ten toon te spreiden en
met hun kennis van de Vedische leer te pronken en realiseren zich niet dat de
persoon uit wie de Veda's voortkwamen ter wille van hen in hun midden
vertoeft.
Dit is in alle tijdperken het geval
geweest.
Mensen kunnen fysiek heel dicht bij de
Avatar zijn, maar hun leven onbewust van hun fortuin slijten, terwijl ze de
rol van de wonderen overdrijven, wonderen die net zo nietig zijn in
vergelijking tot mijn glorie en majesteit als een mug is in grootte en kracht
in vergelijking tot de olifant waarop hij gaat zitten.
Vandaar dat ik in mijzelf medelijdend
lach als je over deze 'wonderen' spreekt en je jezelf zo makkelijk toestaat
het kostbare bewustzijn van mijn werkelijkheid te verliezen.
Mijn macht is onmetelijk; mijn waarheid
is onverklaarbaar, ondoorgrondelijk.
Ik maak dit omtrent mijzelf bekend omdat
daartoe de noodzaak is gerezen.
Maar wat ik doe, is enkel het afgeven van
een visitekaartje.
Laat me je vertellen dat van de Avatars
die verklaringen omtrent de Waarheid deden, alleen die van Krishna net zo
duidelijk en onmiskenbaar waren.
Ondanks die verklaringen zul je in de
loopbaan van deze zelfde Krishna opmerken, dat Hij bij een paar gelegenheden
een nederlaag leed in Zijn pogingen en in Zijn streven, hoewel je goed moet
bedenken, dat ook deze nederlagen deel uitmaakten van het drama dat Hij had
gepland en dat Hijzelf regisseerde.
Toen vele koningen Hem smeekten de oorlog
met de Kaurava's (een familie uit het beroemde hindoe-epos, de Mahabharata) af
te wenden, bekende Hij dat Zijn missie naar het hof van de Kaurava's had
'gefaald'.
Maar Hij had niet gewild dat die zou
slagen.
Hij had besloten dat de strijd gestreden
moest worden.
Zijn missie was bedoeld om de hebzucht en
onrechtvaardigheid van de Kaurava's aan de kaak te stellen en hen voor het oog
van de hele wereld te veroordelen.
Maar ik moet je vertellen dat er
gedurende deze Sai Avatar geen plaats is voor een dergelijk soort drama, met
tonelen van mislukking en nederlaag!
Wat ik wil, moet plaats vinden; de
plannen die ik maak, moeten slagen, want ik ben Waarheid en Waarheid heeft het
niet nodig te aarzelen of te vrezen of te buigen.
'Willen' is voor mij overbodig, want
devoties die standvastige liefde en vertrouwen hebben, kunnen altijd over mijn
genade beschikken. Hoewel ik mij pratend en zingend temidden van hen beweeg,
zijn zelfs intellectuelen niet bij machte mijn waarheid, mijn macht, mijn
glorie of mijn werkelijke taak als Avatar te bevatten.
Ik kan elk probleem, hoe lastig ook,
oplossen.
Ik ga het meest intensieve onderzoek en
de meest nauwkeurige metingen te boven.
Enkel diegenen die mijn liefde hebben
herkend en die liefde hebben ervaren, kunnen beweren dat zij een glimp van
mijn werkelijkheid hebben gezien.
Want het pad der liefde is het
koninklijke pad dat de mensheid tot mij voert.
Tracht niet mij door je uiterlijke ogen
te kennen.
Wanneer je naar een tempel gaat er voor
het beeld van God staat, bid je met je ogen dicht, nietwaar? Waarom?
Omdat je voelt dat alleen het innerlijk
oog een wijsheid Hem aan je kan openbaren.
Vraag daarom van mij geen onbeduidende
materiele voorwerpen, maar verlang naar Mijzelf, en je zult beloond worden.
Niet dat je niet wat voor voorwerpen dan
ook zult ontvangen, die ik als teken van mijn genade of uit de volheid van
mijn liefde geef.
Ik zal je vertellen waarom ik die ringen,
talismans, rozenkransen en dergelijke geef.
Het is om de band die tussen mij en
degenen aan wie ik ze geef, bestaat te tonen.
Als hen een ramp overkomt, flitst het
voorwerp ogenblikkelijk naar mij toe en keert in een flits weer terug, terwijl
het mijn genezende en beschermde zegen met zich meevoert.
Die zegen is beschikbaar voor allen die
mij, in welke naam of vorm dan ook, aanroepen, niet enkel voor degenen die
deze geschenken dragen. Liefde is de band die zegen brengt.
Beschouw de betekenis van de naam Sai
Baba.
'Sa' betekent 'goddelijk'; 'ai' of 'ayi'
betekent 'Moeder' en Baba betekent 'Vader'.
De naam duidt op de goddelijke Moeder en
Vader.
Je fysieke ouders zullen je misschien
liefhebben met een dosis zelfzuchtigheid, maar deze Sai Moeder en Vader laat
allen genegenheid of een reprimande op je neerdalen om je naar de overwinning
in de strijd om zelfverwerkeling te voeren.
Want deze Sai is gekomen teneinde de
verheven taak te volbrengen om de gehele mensheid als een familie te verenigen
door de band van broederschap; om de atmische werkelijkheid van elk wezen te
bekrachtigen en te verlichten teneinde het goddelijke te openbaren dat de
basis is waar de hele kosmos op rust; en om allen te instrueren om het
gemeenschappelijke goddelijke erfdeel te erkennen, dat alle mensen met elkaar
verbinden, zodat de mens zich van het dierlijke kan ontdoen en op kan rijzen
naar de goddelijkheid die zijn doel is.
Ik ben de belichaming van liefde; liefde
is mijn instrument.
Er is geen schepsel zonder liefde; zelfs
het allerlaagste houdt op zijn minst van zichzelf.
En zijn zelf is God.
Dus zijn er geen atheïsten, hoewel
sommigen een afkeer van hem hebben of niets van Hem willen weten, zoals
malariapatiënten niet van zoetigheid houden en diabetici niets met zoetigheid
te maken willen hebben.
Diegenen die er prat op gaan atheïst te
zijn, zullen op een dag, als hun ziekte over is, de smaak van God te pakken
krijgen en Hem vereren. Ik moest jullie wel zoveel omtrent mijn waarheid
vertellen, omdat ik wens dat je dit zult overdenken en er vreugde aan zult
ontlenen, zodat je geïnspireerd zult worden om de disciplines, die
voorgeschreven zijn, na te leven en vooruitgang te boeken op weg naar
zelfverwerkeling, de verwerkeling van de Sai die in uw harten schijnt.
Maatschappelijk Leven en Sadhana.
De mens is sterfelijk: stof is hij en tot
stof zal hij wederkeren. Maar in hem schijnt het Atma, als een vonk van de
onsterfelijke vlam. Dit is geen term van vleierij die is bedacht door de
Vedantisten (aanhangers van het filosofische systeem van Vedanta).
Het Atma is de bron en het voedsel van
ieder schepsel en van iedere organisatie van schepselen.
Het is de al-enige bron, substantie en
voeding.
Het Atma is God; het bijzondere is het
universele, niets minder dan dat.
Herken daarom in ieder wezen, in iedere
mens een broeder, een kind van God, en negeer iedere beperkende gedachte of
vooroordeel, gebaseerd op status, huidskleur, klasse, afkomst en kaste.
Sai is altijd bezig jullie te waarschuwen
en jullie te begeleiden, zodat je vanuit deze houding van liefde zult denken,
spreken en handelen.
Een maatschappij kan zichzelf niet
rechtvaardigen door het plan op te vatten om de buit die uit de natuur
gewonnen wordt, hetzij in evenredige, hetzij in onevenredige parten te
verdelen.
Uiteindelijk dient de samenleving haar
inspiratie en vervulling te vinden in de totstandkoming en de uitwerking, in
iedere handeling en in ieder maatschappelijk besluit, van de kennis van het
ene, universele Atma, en de gelukzaligheid die de kennis schenkt.
Sai zegt niet: 'Het Atma kent geen dood;
dood daarom de fysieke omhulsels, de lichamen maar.'
Nee, Sai zet niet aan tot oorlog voeren.
Sai wijst je de weg naar herkenning van
het Atma als je naaste verwante, nader dan de leden van je familie, nader dan
degenen met wie je een bloedband hebt en nader dan je allerliefste
nakomelingen.
Wanneer dat is gedaan, zul je nooit meer
afwijken van het rechte pad, dat als enige de verwantschap kan handhaven.
Familiaire gehechtheid hindert je zelfs
bij de uitoefening van je rechtmatige plichten.
Maar gehechtheid aan het goddelijke vult
die plicht met een nieuwe toewijding die zowel vreugde als succes waarborgt.
Het activeert de mens zoals niets anders
dat kan; het schenkt hem tijdens het proces van het doen van zijn plicht de
hoogste wijsheid. Vandaar het advies: ga de uiterlijke wereld (prakriti) niet
in, in de hoop dat je daar het Atma zult verwerkelijken; ga de uiterlijke
wereld pas in, nadat je je bewust bent geworden van het Atma; Want dan zie je
de natuur in een nieuw licht en je leven wordt een lang festival van liefde.
Er zijn velen die hun geleerdheid en hun
intelligentie, zelfs hun Vedische kennis, gebruiken voor gortdroge debatten en
op wedijver berustende vertoningen.
Zij zijn verzot op hun kleinzielige
triomfen.
Zij verklaren dat de maatschappij een
arena is voor het behalen van zulke overwinningen.
Maar Sai doet een beroep op jullie om een
andere vorm van samenleving te zoeken en te versterken, waarin geen ruimte is
voor dergelijke triviale verlangens.
Twistzieke Vedische geleerden hunkeren
naar de vruchten van hun in ningen en hun pogingen door middel van ritueel.
De natuur kent die hunkering niet; de
wolken brengen regen als een eerbetoon aan God die hun Heer is.
Maar zij schrijven het toe aan de
doeltreffendheid van hun riten en gebruiken het om hun ego mee op te blazen.
Zij spelen rond onder de verreikende
takken van de boom van Verlangen. Zij zijn verstrikt in de verwarrende
kronkelingen van de drie 'strengen' - tamas, rajas en sattva.
(Volgens de Sanhya-filosofie bestaat
prakriti (de natuur) in tegenstelling tot Purusha (ziel) uit drie guna's
(kwaliteiten of strengen), Tamas staat voor inertie of luiheid, rajas voor
activiteit of rusteloosheid, en sattva voor uitgebalanceerde wijsheid).
Je moet de drie strengen, de drie boeien
(de guna's) overstijgen.
Je moet altijd in de onveranderlijke
eeuwige Waarheid vertoeven.
Je moet gegrondvest zijn in de Ene, als
de Ene, zonder een spoor van dualiteit.
Geld verdienen en dingen vergaren zouden
je niet moeten interesen; je moet niet verwikkeld raken in het najagen van
gaga (naar buiten gerichte activiteit) en schema (bezitsdrang), want je bent
al vol en hebt geen wensen.
Het ideaal van een hoge levenstandaard in
plaats van een hoog niveau van leven heeft geducht huisgehouden in de
menselijke samenleving.
Een hoog niveau van leven berust op
moraliteit, ootmoedigheid, onthechting en compassie; zo zal de wedijverende
begeerte naar luxe en in het oog lopende consumptie geen aanmoediging
ontvangen en uitgeroeid worden.
Heden ten dage is de mens slaaf van zijn
verlangens; hij kan zichzelf niet helpen om de dorst naar genot en luxe te
overwinnen; hij is te zwak om zijn natuur te beheersen; hij weet niet hoe hij
het Goddelijke Bewustzijn dat latent in hem aanwezig is, moet opwekken.
Louter en alleen morele oefening of
instructie kan je niet helpen om dit te bereiken.
Het kan enkel gedaan worden door
spirituele sadhana, want het is een fundamentele transformatie.
Zij brengt de eliminatie van het denken
met zich mee, dat de opperste hindernis vormt op het pad.
Gods genade kan, wanneer die afgesmeekt
en verkregen wordt, je de kracht schenken.
Deze genade is ook in jezelf voorhanden
en wacht er enkel op dat je haar oproept.
De mens moet zijn vertrouwen in de
grillen van het denken opgeven.
Hij moet voor eens en voor altijd
handelen vanuit het bewustzijn van zijn ingeboren goddelijkheid.
Wanneer dat tot stand is gebracht, zal
zijn drievoudige aard (samengesteld uit de guna's; tamas, rajas, en sattva)
zich automatisch enkel door heilige en gezuiverde kanalen uiten.
Dat is de ware manifestatie.
Een ander punt: men kan bezwaar maken dat
als je het verlangen naar comfort, naar luxe en naar genot moet opgeven,
waarom zou je jezelf dan nog in een maatschappij ontwikkelen?
Dit veronderstelt een overtuiging dat een
maatschappij enkel gerechtvaardigd wordt door de verstrekking van dergelijke
wereldse vreugden.
Maar wat voor soort maatschappij kan men
op zulke armzalige fundamenten bouwen?
Het zou enkel in naam een samenleving
zijn.
Zij zou niet samengehouden worden door
wederzijdse liefde en samenwerking.
De sterken zullen de zwakken
onderdrukken.
Maatschappelijke en sociale betrekkingen
zullen door onvrede worden ontsierd.
Zelfs wanneer pogingen in het werk worden
gesteld om de natuurlijke rijkdommen gelijkelijk onder allen te verdelen, zal
hartelijkheid enkel aan de oppervlakte aanwezig zijn en niet spontaan
opwellen.
We kunnen de beschikbare hulpbronnen
uitputten, maar hebzucht, begeerte en verlangen niet.
Verlangen sluit het zoeken voorbij de
grenzen van wat mogelijk is uit.
Wat er moet gebeuren is het verlangen bij
de wortel uit te rukken.
De mens moet het verlangen naar uiterlijk
genot opgeven, dat gebaseerd is op de illusie dat de wereld veelvormig,
veelvoudig en veelkleurig is en niet op de waarheid, dat de wereld, de natuur,
de gehele schepping Een is.
Wanneer men zich enkel bewust is van de
Al-Ene, wie zou er dan nog iets verlangen?
Wat kan er dan nog van een tweede
verkregen of genoten worden?
De atmische visie vernietigt het
verlangen naar uiterlijke vreugden, want er is geen object dat zich
onderscheidt van het subject.
Dit is de ware functie van de
maatschappij - om ieder lid in staat te stellen deze atmische visie te
realiseren.
De mannen en de vrouwen die door
wederzijdse belangen in een samenleving zijn verbonden, zijn niet enkel en
alleen familie, kasten, rangen, standen, groepen of verwanten; zij vormen Een
Atma.
Zij zijn met elkaar verknoopt door de
nauwste familiaire banden; niet alleen de ene gemeenschap waarmee zij zich
verbonden voelen, nee, de gehele mensheid is Een.
Vasudhaika kutumbakam, zoals de Sastra's
verklaren: de hele wereld is een familie.
Deze eenheid moet door iedereen gevoeld
worden.
Bodemschatten en rijkdom worden nu
misbruikt voor het oppoetsen van het ego.
Maar wanneer de atmische eenheid is
gerealiseerd, zullen zij de nieuwe vorm van leven door middel van liefde
bevorderen.
Wat nu 'barmhartigheid' of wettelijk
voorgeschreven wederzijdse 'hulp' is, zal dan worden getransformeerd in
'goddelijke liefde' die de ontvanger en de gever doelmatig kan zuiveren.
Deze vervulling gaat de regionen van
politiek, ethiek of economie verre te boven.
Zij zijn niet bij machte de ontvanger te
transformeren en de gever met ontroering te vervullen, hoeveel ze ook proberen
te egaliseren.
Zij ontberen aantrekkingskracht en
bezitten niet het vermogen om te schragen.
De gelijkheid die zij tot stand brengen
zal altijd op de vloer gevolgd worden door een schaduw, de schaduw van het
ego.
Deze schaduw kan enkel dan verdwijnen
wanneer de identiteit als Al-Ene wordt gekend en gevoeld.
Men zou nu kunnen zeggen dat niet alle
verlangens slechts zijn; de rajassoortigen die anderen pijn doen en uitbuiten
kunnen veroordeeld worden, maar waarom zou je de satvische verlangens opgeven?
Maar verlangen is verlangen, ook al is
het doel heilzaam en zuiver.
De vrucht van je in ningen, het denken
dat het zoekt, de levenskracht die het denken activeert, het leven zelf - zij
allen moeten op God worden gericht, met devotie die voortkomt uit het zien van
de Ene.
Zij die zeggen dat het spirituele pad
enkel voor het individu is, en dat de samenleving zich er niet mee bezig zou
moeten houden, begaan een grote vergissing.
Het is als het aandringen op licht in
huis, maar tegelijk zeggen dat het niet geeft dat het buiten donker is.
Devotie voor God gedijt niet als je je
medemens haat.
De medemens en de wereld moeten te allen
tijde in de spiegel van Sath-Chit-Ananda (bestaan, kennis, gelukzaligheid; de
Opperste staat) gezien worden.
Enkel verwantschap die gestoeld is op dit
inzicht zal voortduren.
Dat is de Sai verwantschap.
Wanneer je die binding verdiept, zal de
ware aanwezigheid, de constante aanwezigheid van Sathya Sai de jouwe zijn.
Laat je niet door je grillen of je
voorliefdes meevoeren in de jungle van woorden en gevoelens.
Wees vastberaden en getrouw aan je ware,
innerlijke aard.
Goed en kwaad zijn gebaseerd op de
reacties van individuen; ze zijn niet inherent aan dingen of gebeurtenissen.
Vedanta of atheïsme wordt aanvaard of
verworpen al naar gelang je voorkeur of afkeer.
Zij hangen niet af van aanvaarding of
afwijzing op logische gronden. Enkel ervaring kan hun geldigheid, hun
validiteit bewijzen.
Wie kan God schilderen als zo en zo?
Zij die dat doen, geven zich over aan een
nutteloze en zinloze in ning.
Ze bezitten geen enkele autoriteit om
zoiets te verklaren.
Wanneer ze dat recht opeisen, zijn ze
niets anders dan verwaande kwasten die vertrouwen op hun beperkte intellect.
Goddelijkheid is volledig immanent
(inwonend, ingeboren) in iedereen; dat is duidelijk voor ogen die diep en
zuiver kunnen schouwen.
Wie dit ontkent, berooft alleen zichzelf
van zijn werkelijkheid.
Die waarheid kan hij niet ongedaan maken
door zijn ontkenning, niet in zichzelf en ook niet in anderen.
De conclusie is daarom onvermijdelijk,
dat het de plicht is van de mens om de samenleving als een uiting van
goddelijkheid te zien, en om al zijn vaardigheden en zijn in ningen te
benutten om het welzijn en de voorspoed van de samenleving te bevorderen.
De mens moet zich dit verruimende gevoel,
dit omvattende denken en deze intuïtieve visie eigen maken.
Zonder deze drie is de mens niet meer dan
een inert wezen; als hij deze drie bespot, verliest hij zijn aanspraak op de
titel 'mens'.
Een geest van verzaking, van trouw
blijven aan deugd, een vurig verlangen om samen te werken, een gevoel van
verwantschap - dat zijn de karakteristieke kenmerken van de mens.
Een ieder die deze waarden als beletsel
ziet, is het niet waard een mens genoemd te worden.
De broederschap der mensheid kan in het
leven worden vertaald op basis van de atmische visie.
Alle mensen dorsten naar vrede en geluk.
Zij vormen het kostbare erfgoed van wat
de mens rechtens toekomt, want zij zijn Gods schat.
Zij kunnen enkel verdiend worden door de
band te herkennen die alle mensen met elkaar verbindt.
Alle mensen zijn van dezelfde afkomst;
zij zijn van goddelijke komaf.
Alle mensen zijn cellen in het ene
goddelijke organisme, in het goddelijk lichaam.
Dat zou je geloof, je fortuin, je kracht
en je volheid moeten zijn. Enkel je hiervan bewust te zijn, geef je het recht
om jezelf mens te noemen.
Leer te leven als mensen.
Dit is de sadhana, dit is de boodschap
van Sai.